Nederlands naar Engels: A Personal Immigration Story for the Red Star Line Museum | |
Brontekst - Nederlands Morris Moël
Gezin verscheurd door oogaandoening. Morris Moël werd in 1913 geboren in Lubar, Oekraïne. Hij kwam uit een joodse familie. In hetzelfde jaar vertrok zijn vader naar de Verenigde Staten met het doel om ooit terug te komen. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog hoorde men acht jaar niets meer van hem. Morris’ moeder gaf de hoop op dat ze hem ooit nog zou terugzien. In 1921 vernamen ze via de emigratiedienst HIAS (Hebrew Immigrant Aid Society) dat hun vader geld had gestort op een rekening in Warschau, Polen. Morris’ moeder ging ernaartoe en regelde alles om met haar gezin de overtocht naar Amerika te maken. Een jaar later, in 1922 namen ze het schip de Lapland in Antwerpen. Bij hun aankomst op Ellis Island bleek Morris’ zus Ita nog niet helemaal genezen van trachoom (besmettelijk oogaandoening). Ze werd gedeporteerd naar Antwerpen voor verdere behandeling. Morris verbleef met zijn moeder en broers gedurende drie weken in quarantaine op het eiland, om vervolgens met de trein van New York naar hun vader in Huntington te reizen. Het zou tot in 1927 duren, na herhaalde behandelingen en een tweede deportatie in 1923, voor zijn zus in West-Virginia werd herenigd met de rest van het gezin. | Vertaling - Engels Morris Moël
A family torn apart by an eye condition. Morris Moël was born in 1913 in Lubar, Ukraine. He came from a Jewish family. That same year his father departed for the United States with the intention of staying there permanently. The outbreak of World War I prevented anyone from hearing from him for eight years. Morris’ mother gave up hope of ever seeing him again. In 1921 the family learned from the HIAS (Hebrew Immigrant Aid Society) that their father had money on deposit in an account in Warsaw, Poland. Morris’ mother went there and made arrangements for her family to make the voyage to America. One year later in 1922 they took the ship Lapland from Antwerp. Upon arriving at Ellis Island it was determined that Morris’ sister Ita was not entirely cured of trachoma (an infectious eye disease). She was deported back to Antwerp for further treatment. Morris stayed with his mother and brothers for three weeks in quarantine on Ellis Island, afterward travelling by train from New York to join their Father in Huntington. It would take until 1927, following repeated treatment and a further deportation in 1923, before his sister was reunited with the rest of the family in West Virginia. |