Cf. Tweetalig Woordenboek van vak- & bestuurstaal bij Belgische Spoorwegen door L-J. Metdepenninghen, toegevoegd dienstoverste en X.-F. Smeesters, oud ambtenaar bij het Ministerie van Spoorwegen, Zeewezen, Posterijen, Telegrafen, Telefonen en Luchtvaart:

"COIN, m. : Keg, wig, spie, stift, v.; muntstempel, m.
— de calage : Stop-, vastzet(tings)wig.
— de fermeture : Sluitwig.
— de fixation d'isolateur : Stift tot bevestiging van een isolator.
— de rappel : Nastelspie, -keg, -wig.
— de réglage : Stelspie, -keg, spie tot het regelen (van).
— de serrage : Klem-, aanzetwig.
— de serrage des coussinets de la bielle motrice : Aanzetspie (spie tot aanzetting) van de drijfstangmetalen (locom.).
— d'isolateur : Isolatorstift.
— en acier : Stalen stift, staalstift.
— en bois : Houten spie, — wig, — keg.
— serre-fil en bois de hêtre : Beuken draadwig (bij gloeilamp)."
(http://www.tassignon.be/trains/PDF/Tweetalig Woordenboek.pdf...

--------------------------------------------------
Note added at 1 dag6 uren (2017-03-29 19:38:19 GMT)
--------------------------------------------------

Een vastzet(tings)wig wordt wel gebruikt ter “opsluiting der spoorstaven op de stoelen”.

Cf.:

Loco-Revue, n°670, mai 2003, p. 24
Bijschrift bij foto nr. 8:
« 8 - Les rails à double champignon (ici, DCDS) reposent sur des coussinets tirefonnés à la traverse. Le coin de calage est enfoncé en force entre le rail et le coussinet sur le côté extérieur de la voie. »
(http://fr.1001mags.com/images/couv/L/LocoRevue/670/34690-Loc...


Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen
Railbevestigingen
Highlights uit de verzameling railbevestigingen
door Jan Roos
“Een paar jaar geleden heb ik een boek gepubliceerd over de ontwikkeling van railbevestigingen, al eeuwen een grensoverschrijdend en mij fascinerend thema waarin ik andere geïnteresseerden graag in wil laten delen.
Met genoegen kondig ik nu een nieuwe versie aan onder de titel "RAILBEVESTIGINGEN, de geschiedenis van een belangrijk onderdeel van het spoor".”

[1435] Railstoel Dinorwig, ca 1890 [Foto: https://www.nvbs.com/Expo/Expo_9_5.jpg]
“Onder de talloze groeven en mijnen in Engeland waren de leisteengroeven in Wales niet de minste. De smalspoorlijntjes van vandaag hadden daarin hun oorsprong. Zo had de groeve Dinorwig een aantal inclines (hellingbanen) met kabelaandrijving. Deze spoorlijntjes hadden vaak rails van een heel eenvoudig massief rechthoekig profiel en bijbehorende stoelen. In deze stoel was de rail met soort ijzeren spijker als wig, vastgezet”

[286] Van Dijk-stoel, 1915 [Foto: https://www.nvbs.com/Expo/Expo_9_7.jpg]
“De veelbesproken Van Dijk heeft na een flink aantal experimenten vanaf ongeveer 1915 stoelspoor bij de Nederlandse spoorwegen ingevoerd. Dat is op zo grote schaal toegepast dat er nog steeds veel aanwezig is, maar ook al heel veel opgeruimd. Daardoor zijn er op veel plaatsen stoelen verzameld, die ook een beeld geven van de destijds aanwezige ijzergieterijen. Van minstens zes daarvan zijn stoelen in de verzameling, de oudste daarvan dateert uit 1918.”
https://www.nvbs.com/toon.php?pag=Expo_9


Duco Johannes Storm Buysing, Handleiding tot de kennis der waterbouwkunde voor de kadetten van den Waterstaat en der Genie, 1844:
“§ 188. Op sommige wegen, onder anderen op de Belgische spoorwegen, heeft men in plaats van op steenblokken, de ijzeren stoelen gevestigd op houten dwarsleggers van 2,70 el lengte, zoodat de einden ter wederzijde 0,60 el uitsteken. Fig. 82 toont de profillen aan van dezen weg, de eene helft dat voor de ingravingen, de andere helft dat voor de ophoogingen. Fig. 83a, b, c zijn de spoorstaven, Fig. 84a, b en 87 de stoelen, Fig. 85 de wig tot opsluiting der spoorstaven op de stoelen en Fig. 86 de nagel tot verbinding van de stoel met den houten dwarslegger.”
(https://books.google.com/books?id=WpYtAQAAMAAJ&pg=PA86&lpg=P...